maandag 6 juni 2011

Verslag 4: Schilderkunst "Impressionisme/Expressionisme"

Expressionisme.
Het Expressionisme ontstond in de 20e eeuw, in de jaren 1905 tot 1940 werd deze stroming steeds bekender. Het is een Europese kunststroming waarin de kunstenaar vooral uiting geeft aan zijn gevoelens, ervaringen uit zijn leven, andere aspecten die leiden tot een vervormt gevoel van werkelijkheid bij het publiek.  Het belangrijkste in deze stroming is dus niet de werkelijkheid, maar de gevoelens van de kunstenaar. Het is zelfs zo dat de werkelijkheid soms compleet wegvalt, omdat het niet belangrijk is. Alle vormen krijgen een kans en dat is dan ook zo interessant aan deze stroming en de kunstwerken die ertoe behoren. In deze stroming zijn er geen wetten of regels en deze zullen er ook zeker niet komen, want dan is het effect en de bedoeling van deze stroming weg. De stijl is vooral bekend in de schilderkunst, maar deze kan ook gevonden worden in de muziek, toneel, film architectuur en literatuur.



In Duitsland is het allemaal begonnen. De kunstcriticus Helwarth Walden gebruikte in 1911 als eerste de term "expressionisme". De stijl groeide met de jaren en begon steeds populairder te worden in het begin van de 20e eeuw. Het afwijken van de werkelijkheid wordt vooral gedaan door het gebruik van kleur. De kleur wordt juist gebruikt om de gevoelens sterker weer te geven en er worden vaak vormen uit de natuur gebruikt om hetzelfde effect te vergroten.
Een goed voorbeeld van hedendaags expressionisme zijn de Nieuwe Wilden, een Duitse naoorlogse kunststroming die de confrontatie aangaat met het traumatische oorlogsverleden van Duitsland.
Een andere benaming van deze kunststroming was ook wel het neo-expressionisme. Het was meer een kunstopvatting die zich niet aan de regels hield, kunstenaren lieten hun eigen mening goed zien. Dat is precies ook het doel van het expressionisme, het laten zien van gevoelens doormiddel van kunst. De kunststroming bestaat in het begin van de 21e eeuw nog steeds en krijgt steeds meer aanhangers.
Waaraan zou je het expressionisme eigenlijk kunnen herkennen? De kunststroming heeft een aantal basiskenmerken:
- felle kleuren; de kleuren geven een beeld van de emotie die de kunstenaar wil overbrengen. Denk bijvoorbeeld hierbij aan geel of oranje, deze kleuren kunnen gebruikt worden om een vrolijke sfeer te creeëren.
- slordig geschilderd; de stroming houd zich niet aan regels en vervormt de werkelijkheid, wanneer deze kunstwerken strak en precies geschilderd zouden worden behoorden deze niet meer tot het expressionisme.
- geen perspectief
- er wordt geschilderd vanuit het gevoel; het verstand blijft achter.
Sommige kunstenaars hebben daarom ook expres geen opleiding gevolgd aan de kunstacademie. Voorbeelden daarvan zijn de schilders van Die Brücke.
Deze stromingen kan je aan het expressionisme linken:

Het fauvisme wordt ook herkend door het gebruik van felle kleuren, en is net als het expressionisme in de 20e eeuw begonnen. Een verschil tussen deze twee stromingen is dat het expressionisme zijn oorsprong kent in Duitsland, het fauvisme daarentegen in Frankrijk ("Les Fauves").
De kunstschilder die ik later ga beschrijven uit het expressionisme, is Edvard Munch. Hij schildert met gevoel, toont zijn gevoelens op het doek en daarom behoort hij tot deze kunststroming. Zijn leven stond in het teken van dood, ziekte, jaloezie en veel van zijn emoties zie je terug in zijn werk.

Impressionisme.

Het impressionisme is begonnen in de 19e eeuw. In Frankrijk in 1874 is het allemaal begonnen, toen de kunststroming haar naam kreeg doormiddel van een krantenartikel. De beweging zelf bestond al een aantal jaren maar werd niet erg op prijs gesteld. Édouard Manet had al een paar keer conflicten gehad, omdat een aantal van zijn kunstwerken werden geweigerd en soms zelfs als schandaal werden bestempeld. Een aantal kunstschilders besloten hierdoor samen te werken en een expositie op te zetten. Paul Cézanne deed hieraan ook mee, over hem staat later meer informatie. Zijn schilderijen geven vooral een korte indruk of momentopname weer.
De expositie werd ook dit keer weer gezien als een schandaal en de kunstschilders die hieraan meewerkte werden "les impressionistes" genoemd. Een Franse essayist heeft uiteindelijk het impressionisme haar naam gegeven. Het zou nog veel discussies opwekken en de stroming had nog een hele weg te gaan.
De impressionisten zelf vonden "les impressionistes" geen scheldwoord, zij vonden het juist een compliment en daarom gaven zij zichzelf ook deze naam.
Ook deze stijl kent natuurlijk weer een aantal kenmerken waaraan je de stroming snel kunt herkennen. De onderwerpen van deze schilderijen waren vaak verschillende dingen uit het dagelijks leven. Vooral de kleurverdeling werd totaal anders aangepakt en de menging daarvan hoorde daar ook bij. Er werd met toetsen gewerkt, deze werden zo naast elkaar op het doek geplaatst zodat je op afstand de gewenste verdeling kon zien. Wanneer je dichtbij ging kijken zag je dat deze toetsen los van elkaar waren geplaatst. Zoals al eerder aangehaald is geven de schilderijen een momentopname weer, vanaf 1836 konden kunstschilders ook naar buiten om daar direct te schilderen doormiddel van verftubes. Het werk lijkt snel afgemaakt door de onrustige plaatsing van de toetsen, deze waren ook ruw en dik. De onderwerpen hebben geen boodschap, er zijn geen gevoelens uit het schilderij te halen en bij deze stroming is dat daarom ook niet het belangrijkste. Het overbrengen van werkelijkheid is hier het belangrijkste doel, er hoeft geen probleemstelling in te zitten.


post-impressionisme (in Frankrijk) en het neo-impressionisme (in andere landen) ontstaan. Binnen deze stijlen ontwikkelden zich het pointillisme en het luminisme.

Edvard Munch.

Edvard werd geboren op 12 december 1863 in Noorwegen. Hij was een Noorse kunstschilder. Hij had absoluut geen leuke jeugd, toen hij 5 jaar oud was stierf zijn moeder aan tuberculose. Later stierf ook zijn 15 jarige zus Sophie aan dezelfde ziekte en in 1889 stierf zijn vader. Munch had de angst om naasten te verliezen en dat bleef hem ook achtervolgen. De dood van zijn zus verwerkte hij in het schilderij "Het zieke Kind" uit 1885.
Edvard staat bekend om zijn werk met olieverf, tempera en pastel. In dit schilderij vallen vooral de donkere kleuren op, daarmee laat hij goed zien dat het om een droevig schilderij gaat. Hij schildert met gevoel en toont zijn gevoelens op het doek. Er zitten niet veel details in zijn schilderijen maar in dit schilderij kan je duidelijk zien dat het om een ziek meisje gaat.
Hij begon te schilderen toen hij 17 jaar was, een jaar later begon hij zijn studie op de Kunst- en Handwerkschool in Oslo. Hij heeft van zijn schilderijen vaak verschillende versies gemaakt, telkens weer met een andere techniek. Zo zie je hier van zijn werk "Jaloezie" 2 verschillende versies, 1 in zwart-wit en de andere in kleur.
Zijn leven werd vooral bepaald door de gebeurtenissen die hierin waren gebeurd, waaronder dood, ziekte en jaloezie. Deze kenmerken vind je terug in zijn werk. In dit schilderij zie je de man op de voorgrond die jaloers is op het stel op de achtergrond. Er word gezegd dat Edvard jaloers was op de mensen die wel een leven hadden vol liefde en gezelligheid, terwijl hij al vroeg afscheid moest nemen van zijn familie. Het schilderij is gemaakt met olieverf. De rode jas van de vrouw valt op omdat de andere kleuren donder zijn. Er is een licht-donker contrast in het andere schilderij.


Vanuit het impressionisme zijn het post-impressionisme (in Frankrijk) en het neo-impressionisme (in andere landen) ontstaan. Binnen deze stijlen ontwikkelden zich het pointillisme en het luminisme.

Edvard Munch.

Edvard werd geboren op 12 december 1863 in Noorwegen. Hij was een Noorde kunstschilder. Hij had absoluut geen leuke jeugd, toe nhij 5 jaar oud was stierf zijn moeder aan tuberculose. Later stierf ook zijn 15 jarige zus Sophie aan dezelfde ziekte en in 1889 stierf zijn vader. Munch had de angst om naasten te verliezen en dat bleef hem ook achtervolgen. De dood van zijn zus verwerkte hij in het schilderij "Het zieke Kind" uit 1885.
Edvard staat bekend om zijn werk met olieverf, tempera en pastel. In dit schilderij vallen vooral de donkere kleuren op, daarmee laat hij goed zien dat het om een droevig schilderij gaat. Hij schildert met gevoel en toont zijn gevoelens op het doek. Er zitte niet veel details in zijn schilderijen maar in dit schilderij kan je duidelijk zien dat het om een ziek meisje gaat.
Hij begon te schilderen toen hij 17 jaar was, een jaar later begon hij zijn studie op de Kunst- en Handwerkschool in Oslo. Hij heeft van zijn schilderijen vaak verschillende versies gemaakt, telkens weer met een andere techniek. Zo zie je hier van zijn werk "Jaloezie" 2 verschillende versies, 1 in zwart-wit en de andere in kleur.
Zijn leven werd vooral bepaald door de gebeurtenissen die hierin waren gebeurd, waaronder dood, ziekte en jaloezie. Deze kenmerken vind je terug in zijn werk. In dit schilderij zie je de man op de voorgrond die jaloers is op het stel op de achtergrond. Er word gezegd dat Edvard jaloers was op de mensen die wel een leven hadden vol liefde en gezelleigheid, terwijl hij al vroeg afscheid moest nemen van zijn familie. Het schilderij is gemaakt met olieverf. De rode jas van de vrouw valt op omdat de andere kleuren donder zijnl. Er is een licht-donker contrast in het andere schilderij.


Toch is "de Schreeuw" toch wel 1 van zijn bekendste werken. Ook deze heeft hij in verschillende versies gemaakt. De oorspronkelijke versie hangt in Oslo in het Nationaal kunstmuseum. Het schilderij drukt de emotionele periodes uit zijn leven uit. De Schreeuw is dus eigenlijk een psychisch zelfportret. Er zit een warm koud contrast in want het gaat van blauw naar rood-oranje. Er zit een verhaal achter dit schilderij uit zijn eigen leven;
Op een avond wandelde hij met zijn vrienden in Oslo en ze kwamen bij een brugl. Terwijl zijn vrienden verder liepen bleef gij staan op de brug. Hij hoorde het landschap schreeuwen om zich heen en kreeg toen een depressief gevoel. Ook had hij een pijnlijke liefdesrelatie met een getrouwde vrouw, er waren periodes van veel jaloezie en pijn. TGoen schilderde hij de Schreeuw. Veel mensen denken dat de naam van het schilderij slaat op de persoon op de voorgrond, maar het slaat dus eigenlijk op het landschap dat schreeuwt.
In 2004 werd een exemplaar gestolen van de Schreeuw én Madonna door gewapende overvallers. In 2006 werden deze schilderijen weer terug gevonden door de politie. Het schilderij blijft bekend doordat er mensen zijn die de Schreeuw gebruiken als inspiratie. Verschillende mensen veranderen de persoon in een ander figuur. Zo blijft het schilderij bekend, het word monderner gemaakt en bijna iedereen kent het nu wel.

Paul Cézane.




Paul werd geboren op 19 januari 1839 in Frankrijk. Hij was een Franse kunstschilder. Hij behoort tot het postimpressionisme, dat is een Europese kunstroming die volgt op het impressionisme. En dat is een kunststroming die ook uit Frankrijk komt.
Paul was de zoon van een hoedenhandelaar en latere bankier. Vanaf 1856 volgde hij een avondcursus tekenen. Hij ging rechten studeren maar volgde ook nog steeds teken en schilderlessen. Eerst vond zijn vader het geen goede keus om met kunst te gaan werken, maar toen Paul naar Parijs ging steunde hij zijn zoon toch. Zijn vader was rijk en daarom was hij financieel onafhankelijk. Hij is een aantal keer geweigerd toen hij wilde exposeren bij de officiële Parijse salon.; Na twintig jaar proberen werd zijn werk uiteindelijk toch nog toegelaten. n 1886 overleed zijn vader en Paul ontving een hele grote erfenis. Later trouwde hij ook nog. Maar in 1906 overleed hij aan een longontsteking en hij schijnt weinig vrienden gehad te hebben.
Dit schilderij is een stilleven van een mand met appelen, een fles wijn en op het bord liggen ook nog koekjes. Hij schilderde heel vaak stillevens met fruit. Wat in dit schilderij vooral opvalt is het perspectief, de rechterkant van de tafel is niet hertzelfde als de linkerkant en daardoor lijikt het alsof het beeld tegelijkertijd twee gezichtspunten toont. Dit schilderij is eigenlijk een soort brug tussen het ipressionisme en het kubisme. Ook is er duidelijk met schaduw gewerkt.
Met het schilderij van de schedels kan je de gelijkenis wel een beetje zien met Edvard. Hij schilderde namelijk ook over de dood en andere erge gebeurtenissen. De kleuren zijn niet fel of vrolijk, ze zijn grauw en wanneer je naar dit schilderij kijkt krijg je geen vrolijk gevoel. Het is eigenlijk wel triest, net als de schilderijen van Edvard.



"Waarom werd het impressionisme niet geaccepteerd, en het expressionisme wel?"
Het hele impressionisme werd in het begin gezien als één grote grap, maar dat was eigenlijk niet terecht. Het had een goede kans om een brede stijl te worden, en dat is het vandaag de dag ook nog steeds. De schilderijen zijn kleurrijk en makkelijk te begrijpen. Ze zijn totaal niet aanstootgevend, in geen enkel opzicht, en daarom is het nogal onduidelijk waarom het niet werd geaccepteerd in die tijd. Er was verder niets aan de hand met de schilderijen of de schilders. De schilderijen waren juist ook vaak vrolijk. Waarom werd het impressionisme dan toch niet geaccepteerd in haar eigen tijd? Om die vraag te beantwoorden is inzicht nodig in hoe de kunstwereld er in die tijd uit zag.

De hogere burgerij was rijk geworden door de industrialisatie en was erg behoudend. Er was een grote angst voor sociale en economische veranderingen, deze werden daarom ook zo veel mogelijk tegen gehouden of voorkomen. Daarom probeerde in de bourgeoisie men alle veranderingen of andere opvattingen van mensen te vermijden. Veranderingen in de kunst waren hierbij geen uitzondering, ook deze werden niet op prijs gesteld door de hoge burgerij. De kunst was eigenlijk zelfs nog voor de bourgeoisie bedoeld.
De officiële artistieke instanties in Frankrijk, Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten zorgden ervoor dat deze situatie zo bleef. Iedereen was voorzichtig en veranderingen gingen ze uit de weg. Vooral in Frankrijk leidde dit tot een sterk bewust en gestuurd cultureel leven, je eigen mening werd vaak niet getolereerd. Het hele culturele leven werd bepaald door het Institut de France. De Académie des Beaux-Arts was binnen dit instituut verantwoordelijk voor schilder- en beeldhouwkunst en hield een sterke greep op iedereen die binnen die kunsten succes wilde hebben. Het lot van beginnende schilders lag in handen van twee instituten binnen de Académie; L’École des Beaux-arts en le Salon.
Veel jonge schilders wilden natuurlijk succes hebben in de schilderwereld. Na hun opleiding op L’École des Beaux-arts moesten zij regelmatig exposeren in de Salon. De Salon was een expositie die vanaf 1863 jaarlijks werd gehouden. Schilders lieten daar hun werk zien, als ze tenminste werden uitgekozen door de Jury. De Jury bestond uit leden van de Académie. Mensen met een andere mening of mensen die kwamen met veranderingen in de schilderwereld werden geweigerd.

In de jaren vijftig van de negentiende eeuw kwamen er van mensen als Eugéne Delacroix en Gustave Courbet wel wat uitingen van ontevredenheid over de Salon. Het duurde nog tot 1863 tot mensen echt gingen protesteren, omdat zij bang waren voor de gevolgen die dit zou kunnen hebben. In 1863 weigerde een ongewoon strenge Salonjury 3.000 van de 5.000 ingezonden stukken. Dit leidde tot zo’n groot protest dat keizer Lodewijk Napoleon III besloot om zelf eens een kijkje te nemen naar deze werken. Napoleon III had rond deze tijd al aardig wat problemen en was zelf ook opzoek naar een compromis. Hij bekeek de werken en toen hij klaar was besloot hij om een nieuwe regel in te voeren; het publiek mocht voortaan zelf weten wat zij wilden zien en wat niet. Naast de Salon d’Académie zou er voor alle afgewezen schilderijen een Salon des Refusés georganiseerd worden. De Salon des Refusés zou twee weken na ‘de’ Salon worden gehouden in het zelfde gebouw, maar wel in een andere zaal. Zo kregen de schilderijen en kunstenaars die werden afgewezen, toch nog een kans om ergens hun werk te laten zien.

Het expressionisme daarentegen werd sneller geaccepteerd, er was geen sprake van niet gewenste veranderingen in de cultuur. Omdat de kunstenaar zijn gevoelens wilde uiten, en deze niet altijd negatief waren, kwamen er vaak vrolijke kleuren op het doek te staan. Met hun gevoelens konden ze niet echt hun mening overbrengen en dit was ook niet de bedoeling, bij het impressionisme was dit het wel. Daarom werd dat niet geaccepteerd, andere meningen waren niet belangrijk voor de Salon, ze werden zelfs als gevaarlijk beschouwd.
"Welke schilders en schilderijen hadden groot invloed op het expressionisme?"
Het beste voorbeeld is waarschijnlijk Vincent van Gogh. Vincent van Gogh ontving tijdens zijn leven weinig waardering voor zijn krachtige en kleurrijke schilderijen maar werd al snel na zijn dood een groot voorbeeld voor de expressionisten in Oostenrijk en Duitsland. Ookal behoord zijn werk eigenlijk tot het postimpressionisme (een opvolging van het impressionisme), had hij toch een grote invloed op het expressionisme. De invloed van Van Gogh is zichtbaar in veel expressionistische werken. Van Gogh begon kleur te gebruiken als een middel om zijn emoties te uiten. De pure, felle kleuren van zijn schilderijen werden door veel expressionisten als basis genomen voor hun eigen kunst. Daarnaast waren ook Van Goghs zeer nadrukkelijke penseelstreek en zijn contrastrijke kleurcombinaties van grote betekenis.
Duitse kunstenaars als Ernst Ludwig Kirchner en Wassily Kandinsky bewonderden Van Goghs techniek, een heftige toets gecombineerd met schrille kleurcontrasten. De Oostenrijkse Richard Gerstl en Oskar Kokoschka hadden meer met de psychische zelfportretten, Van Gogh had namelijk een emotionele aanpak en dat viel wel in de smaak bij de expressionisten. Net als Munch maakte ook Van Gogh van deze zelfportretten, die veel gevoelens en emotie konden overbrengen. De geestelijke onrustheid hadden zij dus gemeen.
Van Gogh word ook wel een voorloper van het expressionisme genoemd. Toen hij zijn eigen oor afsneed en ook daarvan een zelfportret maakte, vonden de expressionisten dat daar veel gevoel in lag en daarom vonden zij het erg mooi. De zonnenbloemen van Van Gogh waren ook erg bekend, dit kwam vooral door de felle gele kleuren die hij hiervoor heeft gebruikt.

Een ander voorbeeld is Paul Gauguin, hij was de voorloper van het fauvisme. Het fauvisme heeft ook een grote invloed gehad op de kunst in de tijd van de expressionisten.
Binnen de
schilderkunst kenmerkt ook het fauvisme zich door het gebruik van felle, nauwelijks gemengde kleuren. De stroming staat aan het begin van de moderne kunst en vond haar voortzetting in de schilderkunst van de 20e eeuw. Het hoogtepunt bereikte de stroming tussen 1898 en 1908.

"Welke schilders en schilderijen hadden groot invloed op het impressionisme?"
Er zijn verschillende kunstenaars die invloed hebben gehad op het impressionisme. Berthe Morisot was een van de rijkere schilders en heeft een paar exposities mogelijk gemaakt door geld te gebruiken daarvoor.
Pissarrot werd ook een grote schilder omdat hij bij alle 8 tentoonstellingen wel wat werk had hangen, om zo zijn visie op kunst te laten zien aan de wereld.
Dan is er ook nog een bepaalde schilder die het impressionisme heeft beïnvloed door zijn passie voor lijnen, namelijk Degas. Degas zag zichzelf niet als een impressionist maar dat was hij wel.
Hij was misschien geen pure impressionist, maar zijn werk heeft duidelijk wel invloed gehad op de impressionisten, want de 'trucjes' die hij gebruikte werden al snel overgenomen. Dat gelde vaak voor alle voorlopers van een stroming, de techniek word overgenomen door jongere kunstschilders en zo blijft de techniek 'leven'. De stroming word dan steeds bekender en zo is ook kunst erg belangrijk voor de Nederlandse geschiedenis.
Een van de belangrijkste schilderijen uit het impressionisme is het schilderij van Monet: een impressie van de zonsopgang.Dat komt door de techniek en het onderwerp. Monet leerde Sisly de “taal” van de impressionistische kunst. Hierdoor kreeg Sisly een eigen stijl en werd hij bekend. Het schilderij ‘muziek in de Tuilerieën’ werd als voorbeeld beschouwd door veel jonge impressionisten en die zouden daar later dan weer bekend mee gaan worden. Zo word de invloed eigenlijk doorgegeven.
Cassatt en Morisot zijn eerst over het hoofd gezien omdat ze vrouwen waren maar juist daardoor werd het onderwerp huiselijkheid, privéleven en moeder en kind populairder. Critici vonden het werk van Morisot maar niets, zij vonden het kladwerk en zagen er niets speciaals in. De impressionisten hadden daar een totaal andere mening over, zij vonden dat het wel een frisse uitstraling had en dat het een improvisatie was voor het impressionisme.
Zelfs de komst van de trein heeft een grote invloed gehad op het impressionisme. Niet alleen omdat er nu nieuwe composities en onderwerpen ontstonden maar ook omdat de schilders uit de voorsteden nu veel makkelijker en sneller naar de binnenstad konden reizen. Zij konden nu bijvoorbeeld met hun materiaal en verf afreizen naar een speciale, mooie, inspirerende plek die zij dan konden naschilderen.  Er was ook de mogelijkheid om naar het platteland te reizen. De schilders konden nu naar de plaatsen zoals Argenteuil, Marly en Auvers.
De modernisering van Parijs had ook een grote invloed. Eerst bestond Parijs uit kleine achterbuurtjes zonder straat verlichting en zag het er allemaal maar grauw uit. Daardoor was er nog niet veel inspiratie op te doen wanneer de schilders op straat liepen. De jaren zeventig waren het hoogtepunt in het impressionisme. De stad Parijs veranderde van grauwe, misschien zelfs saaie stad in een bruisende, gezellige stad met meer sfeer dan ooit tevoren. Het nieuwe Parijs bestond nu uit allemaal cafés, restaurants en theaters die langs lange brede boulevards stonden. Het was een uitstekende plek geworden om te schilderen, ideeën op te doen en gewoon alleen al om rond te lopen.
Al deze gebeurtenissen en schilders hebben invloed gehad op het impressionisme, en dat is nog steeds goed te zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten